Achtergrond

De Kunsten-Monitor in het kort

Naast de HBO-Monitor is voor de kunstensector een eigen, sectorspecifieke monitor ontwikkeld: de Kunsten-Monitor (of: KUO-Monitor). De Kunsten-Monitor is een jaarlijks onderzoek onder alle afgestudeerde hbo’ers aan de kunstenopleidingen. Het geeft inzicht in de ontwikkelingsgang van afgestudeerden in de beroepspraktijk van kunst en cultuur. Daarbij is er grote samenhang met de HBO-Monitor, maar in samenwerking met het kunstenveld is een specifieke toegespitste benadering gekozen. Het instrument biedt daarmee een belangrijke stimulans voor de verdere verbetering van de aansluiting van de kunstopleidingen en de beroepspraktijk.



Verzamelen van belangrijke data

De Kunsten-Monitor levert informatie op voor allerlei groepen geïnteresseerden. Hogescholen krijgen bijvoorbeeld inzicht in hoe het hun afgestudeerden is vergaan na het afstuderen en of ze zich qua opgedane kennis en vaardigheden voldoende voorbereid voelen op het kunstenaarsberoep. Ook levert de Kunsten-Monitor belangrijke beleidsinformatie op. Zo geeft het de overheid inzicht in de mate waarin het Nederlandse kunstonderwijs aansluit op de arbeidsmarkt. En alumni krijgen zicht op wat hen te wachten staat na hun studie door antwoord te geven op vragen als: Wat zijn de baankansen met deze opleiding? In wat voor beroepen kan ik terecht komen? Hoe kijken afgestudeerden terug op hun opleiding?


Uitvoering van het onderzoek

De gegevens voor de Kunsten-Monitor worden verzameld via vragenlijsten onder hbo’ers aan de kunstenopleidingen, anderhalf jaar na afstuderen. Ongeveer 90% van alle Nederlandse hogescholen doen mee aan de HBO-Monitor c.q. Kunsten-Monitor. Het onderzoek wordt onder auspiciën van de Vereniging Hogescholen uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht en DESAN Research Solutions.


Inhoud Kunsten-Monitor

De Kunsten-Monitor adresseert de volgende hoofddomeinen:

  • Aansluiting en voorbereiding van de opleiding op de arbeidsmarktintrede.
  • Succes op de arbeidsmarkt in termen van werkgelegenheid, salaris en aanstelling.
  • Tevredenheid met de opleiding, in termen van inhoud, toetsing en beoordeling, docenten en samenvattende tevredenheid.